De trouwe lezers van dit blog weten dat ik een enorme liefhebber ben van winterse gerechten. Stamppotten, sudder- en stoofgerechten – lekker, joh! Toch… de laatste weken heb ik er een beetje genoeg van. Van de winterse gerechten en van het niet-zo-winterse-maar-ook-geen-lente weer. Vlees noch vis. Blah. Maar toen kwam ik toch weer een leuk recept tegen (in “Proef”, het magazine van de Keurslager) en ik ging opnieuw voor de bijl…
Vandaag dus voor (misschien) de laatste keer deze winter een stoofgerecht. Heel erg winters met speculaaskruiden (die luchten in huis!) en verrassend op smaak gemaakt met gedroogde vijgen (had ik nog nooit eerder gebruikt en vind ik een spectaculaire ontdekking). Nog 1x smullen en dan is ’t klaar!
Garantie op deze uitspraak: tot het einde van de week…
Ingrediënten (4 personen)
4 runderstooflapjes
2 eetlepels speculaaskruiden
500 gr sjalotjes, grotere exemplaren gehalveerd of in kwarten gesneden
1 laurierblad
3 kruidnagels
500 ml rode wijn
8 gedroogde vijgen, gehalveerd of in kwarten gesneden
50 gr (room)boter
Bereidingswijze
- Verhit de boter in een grote braadpan en bak hierin op hoog vuur de runderlapjes, de speculaaskruiden en de sjalotten aan.
- Giet de rode wijn erbij en voeg het laurierblad en de kruidnagels toe. Breng het geheel aan de kook. Draai dan het gas laag, doe het deksel op de pan en laat alles zo’n 1½ uur rustig pruttelen (af en toe even doorroeren).
- Haal het deksel van de pan en laat nog 30 minuten stoven. Voeg de laatste 5 minuten de vijgen toe. Serveer met pasta.