Ik neem het je niet kwalijk als je nog nooit van ANZAC biscuits gehoord hebt. Ze zijn dan ook wereldberoemd aan de andere kant van de wereld, maar nogal onbekend in Nederland. Korte geschiedenisles:
Deze koekjes vinden hun oorsprong in de Eerste Wereldoorlog, toen Australische en Nieuw-Zeelandse vrouwen deze biscuits opstuurden naar hun echtgenoten die overzees vochten. ANZAC = Australian and New Zealand Army Corps. Omdat er geen ei wordt verwerkt in de receptuur en er verder gebruik wordt gemaakt van lang houdbare producten, konden deze traktaties de lange reis goed doorstaan. Ruim 100 jaar later worden de biscuits (die nadrukkelijk géén “cookies” mogen worden genoemd) nog steeds met smaak gegeten!
Dit recept komt uit “Nieuwe klassiekers” van Donna Hay (Uitgeverij Spectrum).
Ingrediënten (ongeveer 35 biscuits)
180 gr havermout
150 gr patent- of tarwebloem
150 gr fijne kristalsuiker
60 gr geraspte kokos
115 gr golden syrup
125 gr ongezouten roomboter
1 afgestreken theelepel baksoda
2 eetlepels heet water
Bereidingswijze
- Verwarm de oven voor op 160 graden Celsius (hete lucht).
- Vermeng in een kom de havermout, de bloem, de suiker en de geraspte kokos. Gebruik een stevige houten lepel – je hebt geen keukenmachine nodig.
- Verwarm de golden syrup en de boter in een steelpannetje, tot de boter helemaal gesmolten is. Zorg ervoor dat het botermengsel niet gaat koken.
- Vermeng in een klein kommetje de baksoda en het hete water en giet dit bij het botermengsel. Dit botermengsel gaat nu een beetje bruisen en krijgt een prachtig lichtgele kleur.
- Schenk het mengsel bij de droge ingrediënten en vermeng alles goed.
- Bekleed een bakplaat met bakpapier.
- Neem voor één biscuit één volle eetlepel van het deegje en druk dit met je vingers uit tot een cirkel met een doorsnede van ongeveer 7 cm. Zorg voor voldoende tussenruimte.
- Bak de biscuits 8-10 minuten tot ze goudbruin zijn of zelfs een tikje naar donkerbruin neigen.
- Laat ze eerst 5 minuten afkoelen op de bakplaat en daarna volledig afkoelen op een rooster.