Dit is een borrelhapje. Borrelhapjes gaan tegenwoordig door het leven onder de noemer “pinchos”, want als u het nog niet wist: “tapas” zijn zóóó 2008.
Voor mij is dit dus een borrelhapje.
Het is een heerlijk en snel gerechtje en het bestaat grotendeels uit voorraadkast-ingrediënten. Er is alleen een snel tripje naar de groenteman nodig om wat verse spulletjes te halen en je kunt aan de slag. Vamos!
Het recept komt uit “Het grote tapasboek” van Sylvia Winnewisser (Veltman Uitgevers).
Ingrediënten (4 porties)
400 gr kleine champignons, schoongeveegd
3 kleine lente-uitjes, fijngehakt
1 teentje knoflook, fijngehakt
½ chilipeper, zaadjes en zaadlijsten verwijderd, fijngehakt
3 eetlepels olijfolie
(zee)zout en versgemalen zwarte peper
1 takje dragon
1 takje rozemarijn
1 takje tijm
100 ml rode wijnazijn
1 theelepel suiker, optioneel
Bereidingswijze
- Fruit de uitjes, de knoflook en de chilipeper in de olijfolie.
- Voeg dan de paddenstoelen en de verse kruiden toe [je kunt trouwens rustig variëren met de kruiden; ik gebruikte bijvoorbeeld oregano in plaats van dragon]. Smoor ze even, breng op smaak met zout en peper en blus dan af met de azijn.
- Voeg eventueel de suiker toe om het geheel iets minder zuur te maken (ik deed dat niet). Laat de azijn vrijwel helemaal inkoken, verwijder de kruiden en serveer de champignons aan prikkers.
Buen provecho!
Heerlijk recept, lekker als borrelhapje, al diverse keren gemaakt.
Top!!