Boordevol specerijen, maar niet overdreven heet en vooral: maakbaar met niet ál te exotische ingrediënten – deze Jamaicaanse runderpasteitjes maak je heel eenvoudig zelf.
Het is alweer een tijdje geleden dat ik deze pasteitjes (of beter: pasteien, maar daarover later meer) maakte en het recept lag dus al even op de plank, maar ik aarzelde om het te publiceren. Niet omdat ik het recept voor mezelf wilde houden, maar omdat de fotografie (waar ik toch altijd zo reuze m’n best op doe) ronduit ondermaats te noemen valt. Jamaicaanse pasteitjes laten zich niet erg fraai fotograferen, althans niet door mij. De reden dat ik het hier tóch laat zien, is erg simpel: dit is lekker, hoor. Bovendien is het veel minder werk dan je op voorhand zou denken.
Maak het deeg rustig een dag (of 3 dagen) van tevoren. Zolang je het eerst op kamertemperatuur laat komen alvorens je het verder verwerkt, kan dat prima. Ook de vulling kun je – als je dat wilt – vooraf maken, maar gebruik dit wel dezelfde dag. Prima recept, lekker relaxed (zoals je dat kunt verwachten in Jamaica).
Ingrediënten (voor 6-8 grote of 12-16 kleine pasteitjes)
Deeg:
600 gr (tarwe)bloem
3 eetlepels kerriepoeder madras
3 eetlepels kurkumapoeder
330 gr ijskoude roomboter, in kleine blokjes
12-16 eetlepels ijskoud water
(zee)zout
Vulling:
4 eetlepels plantaardige olie (bij voorkeur raapzaadolie)
2 uien, in dunne halve manen
4 tenen knoflook, geraspt
1½ eetlepel kerriepoeder madras
3 eetlepels verse tijm, fijngehakt
5 eetlepels verse bieslook, fijngehakt
600 gr mager rundergehakt
250 ml runderbouillon
1 theelepel donkerbruine basterdsuiker
2 theelepels hete pepersaus (ik gebruikte sriracha)
2 eetlepels paneermeel of broodkruim
1 ei, losgeklopt
Bereidingswijze
- Doe het bloem, samen met het kerriepoeder en het kurkumapoeder en een snufje zout in een keukenmachine. Doe de boter erbij en gebruik de pulse-stand om er een kruimeldeeg van te maken (dan lijkt het op grof zand). Voeg dan 4-5 eetlepels ijskoud water en laat de machine heel even draaien. Voeg daarna lepel voor lepel het water toe, tot zich een bal vormt (die niet plakkerig is en schoon uit de machine komt). Wikkel het deeg in plastic folie en laat het minimaal 30 minuten rusten in de koelkast. Laat het deeg eerst weer op kamertemperatuur komen voordat je het verder gebruikt.
- Verhit de olie in een grote koekenpan en fruit de uien 5-10 minuten, tot ze glazig zijn. Voeg knoflook, kerriepoeder, tijm en bieslook toe en bak 1 minuut mee.
- Doe het gehakt erbij en bak het in ongeveer 5 minuten rul en bruin. Voeg dan de bouillon, de basterdsuiker en de pepersaus toe en breng het geheel aan de kook. Zet het vuur laag, doe een deksel op de pan en laat ongeveer 10 minuten heel zachtjes pruttelen. Doe dan het paneermeel erbij en laat nogmaals 10 minuten zachtjes sudderen. Breng op smaak met zout en peper en laat afkoelen tot kamertemperatuur.
- Rol het deeg uit tot een lap van ongeveer 5 mm dikte en snijd hieruit 6-8 cirkels van 19 cm doorsnede of 12-16 cirkels van 10 cm doorsnede. Ik koos voor de grote cirkels – dit levert grote (grote!) eenpersoons-porties op. Een volgende keer zou ik waarschijnlijk kiezen voor de kleinere variant die duidelijk eleganter oogt. Schep de vulling op één helft van de cirkels, vouw de andere kant erover heen en druk de randen met natte vingers en een vork aan. Bestrijk de pasteitjes met het losgeklopte ei en bak ze 20 minuten in de oven (voorverwarmd op 200 graden Celsius), tot het deeg goudbruin en gaar is.
- Laat een paar minuten afkoelen (dit is geen standaardopmerking: de vulling is echt loeiheet) en serveer met bijvoorbeeld een lekkere frisse groene salade.
Het recept komt uit “Recepten uit de Cariben” van Shivi Ramoutar (Good Cook).