Er zijn echt wel eens dagen dat ik niet bijster veel zin heb om te koken. Op die dagen vallen er dan ook zeker geen experimenten te bespeuren, maar komt er gewoon recht-toe-recht-aan eten op tafel. Vorige week had ik zo’n dag.
Het plan zag er als volgt uit: karbonade, doperwtjes (uit een pot) en rösti (uit de diepvries). Bepaald geen culinair hoogstandje, maar ik kon het niet laten om de karbonade een beetje meer speciaal te maken door ‘m eerst lekker te marineren. Het recept hiervoor haalde ik uit “River Café cookbook two” (Engelstalige versie) van Rose Gray en Ruth Rogers.
Ingrediënten (6 personen)
6 karbonades
4 teentjes knoflook, grof gehakt
2 eetlepels zeezout
2 eetlepels zwarte peperkorrels
6 takjes rozemarijn, grof gehakt
sap van 3 citroenen
6 eetlepels olijfolie
eventueel 6 partjes citroen
Bereidingswijze
- Gebruik een vijzel om eerst het zout en de peperkorrels te pletten en daarna de knoflook en rozemarijn toe te voegen en flink van katoen te geven.
- Doe de olijfolie en het citroensap erbij en roer goed door.
- Bedek de karbonades met de marinade en zet ze afgedekt in de koelkast, minimaal 1 uur.
- Verwarm de grilpan tot hij heel heet is en gril de karbonades circa 5 minuten aan elke kant. Serveer en garneer met een partje citroen.