Vorige week realiseerde me dat ik hier nooit het recept had opgenomen van zoet-zuur van komkommer. Terwijl dat een bijgerecht is dat ik vaak maak en in de zomermaanden eigenlijk standaard in mijn koelkast heb staan. Hoog tijd om deze ernstige vergissing recht te trekken!

Het recept komt uit “Kook ook” – dat wil zeggen: uit mijn oude (tweede) druk van dit basiskookboek. In de huidige (achtste) druk komt het niet meer voor. Blijkbaar is het niet meer van deze tijd, al vind ik dat onbegrijpelijk. Hoe dan ook, hip of niet, dit is een fantastisch bijgerecht!

Ingrediënten

2 komkommers
1 rode Spaanse peper
1 theelepel gemalen koriander (ketoembar)
1 theelepel gemalen komijn (djinten)
1 theelepel knoflookpoeder
½ theelepel gemberpoeder (djahé)
½ theelepel gemalen geelwortel (kurkuma)
mespunt zout
9 eetlepels suiker
2 dl (witte) azijn

Bereidingswijze

• Maak een pot en het (schroef)deksel goed schoon.
• Schil de komkommers, snijd ze in de lengte doormidden en verwijder de zaadlijsten. Snijd de komkommers in 4 stukken en daarna in reepjes van ongeveer 5 cm lengte. Snijd de rode peper in heel dunne ringetjes.
• Leg de komkommerreepjes in een kleine pan. Voeg de rode peper, de specerijen, het zout, de suiker en de azijn toe en giet er zoveel water bij dat de komkommer net onderstaat.
• Breng het vocht op een hoog vuur aan de kook, leg het deksel op de pan en kook de komkommer in 5 minuten gaar.
• Laat de komkommer in de pan afkoelen en schep dan de komkommer en het vocht in de pot en doe het deksel erop.
• Zet de pot in de koelkast en laat dit minimaal een dag intrekken. Het zoetzuur blijft ongeveer 6 weken goed.